Op 29 augustus j.l. heeft de Oudercommissie Kinderopvangtoeslag een advies over de afhandeling van aanvullende schades (in het bijzonder over de digitale route) aangeboden aan staatssecretaris Achahbar van Financiën.

De Oudercommissie is bang dat de veelheid aan schaderoutes leidt tot veel onduidelijk voor ouders én
concurrentie tussen de routes. Temeer er gebruik wordt gemaakt van verschillende schadekaders. Ten
aanzien van de digitale route geldt bovendien dat vraagtekens worden geplaatst bij zowel de
uitvoerbaarheid als ook de wenselijkheid van een dergelijke route.

Twijfel over uitvoerbaarheid is er
bijvoorbeeld t.a.v. de aan te leveren bewijslast bij de schadeposten. Ook is er zorg of er voldoende
(emotionele) begeleiding beschikbaar is. En is het – te allen tijde- mogelijk om alsnog over te stappen
naar een route ‘met een menselijk gezicht’?


Verder is de Oudercommissie van mening dat de aanmelddeadline voor aanvullende schaderoutes
opgeschoven dient te worden. Voor mensen die voor 1 augustus 2024 een definitieve IB beschikking hebben gekregen is die deadline 31 december 2024. Zowel SGH, CWS, de regieroute VSO als de digitale route zijn nog volop in (door)ontwikkeling. Er is nog veel onduidelijk. Op dit moment kan niet van ouders verwacht worden dat ze een goed onderbouwde keuze kunnen maken voor één van de routes.


Tot slot spreekt de Oudercommissie zorg uit over de toegankelijkheid van schaderoutes voor ex-toeslagpartners. Een groep die tot nu toe steeds aan het kortste eind lijkt te trekken.
Daarom is het volgende advies opgesteld:

  • Wees eenduidig in aanpak en kader door schadekaders van de verschillende schaderoutes te
    synchroniseren. Dit maakt het complementaire stelsel duidelijker en begrijpelijker voor ouders.
  • Dit synchroniseren van de schadekaders vormt een noodzakelijke voorwaarde voor de realisatie
    van het informatieportaal. Ouders kunnen alleen dan een goede afweging maken voor een route,
    als de schadekaders uniform en begrijpelijk zijn.
  • Beperk de benodigde bewijslast in de digitale route tot het minimum.
  • Kies voor een gefaseerde aanpak bij het openstellen van de digitale route. Door te starten met een
    beperkte groep/ in pilotvorm, kan de route nog worden aangepast waar nodig. Neem in deze
    lerende aanpak ook een evaluatie van de schadeposten mee. Voeg schadeposten toe waar nodig/
    mogelijk.
  • In alle routes moet het ‘menselijk gezicht (van de overheid)’ geborgd zijn – mocht er een digitale
    route komen, dan moet begeleiding door een medewerker (van UHT) steeds beschikbaar zijn.
  • Daarnaast dienen er voldoende ondersteunende informatiesessies / interactieve webinars te
    worden georganiseerd. Kies voor meerdere kanalen, aansluitend bij de behoefte van
    gedupeerden.
  • Het moet te allen tijde mogelijk zijn om te kunnen overstappen van de digitale naar een andere
    route.
  • De deadline voor aanmelding voor aanvullende schade dient te worden opgerekt.
  • Ex-toeslagpartners dienen toegang te krijgen tot de aanvullende schaderoutes. Het departement
    dient hierover helder naar hen te communiceren: wie krijgt wanneer toegang tot welke
    schaderoute